6 Dagen klooster zijn omgevlogen, meerdere keren ben ik begonnen te schrijven, maar de verstilling en het doorgaande proces maakte het meer een aaneenrijging van ervaringen dan tot een afgerond verhaal. Vannacht heb ik in de tent van Elisa geslapen en was ik vanmorgen de eerste op de camping die het morgenrood zag.

Op de fiets naar het klooster om 5.45 uur en zit ik nu in een zijkapel bij Maria tot over een half uur de dienst van 7.30 begint. De eerste ochtend sessie hebben we al achter de rug. Zachtjes dringt het vogelgezang door de muren heen. Hier en daar kraakt er nog wat hout. Het gebouw lijkt te leven in de stilte.

Een wolk van gebeden hangt nog stil tussen de muren. Verlangens, hoop, pijn en verdriet kunnen gedeeld worden. Alles mag naar voren gebracht worden in de gebeden. Alles wat in ons leeft kan ingebracht worden in de relatie met God. Zo mooi dat het innerlijk gebed een dialoog is, een levendige relatie gebouwd op vertrouwen. Vertrouwen dat alles, maar dan ook werkelijk alles, naar voren mag komen om dan te ontdekken dat de Ander het al wist maar rustig afwachtte tot dat je er zelf over begon. De warmte en geborgenheid in deze relatie is zo groot, dat het eigenlijk onbegrijpelijk is dat we er bij wegdwalen, telkens weer.

Vertrouwen is wel het sleutelwoord voor deze weekretraite geweest. Vertrouwen voelen, verbaasd zijn over hoe weinig vertrouwen er ook is, vertrouwen dat vertrouwen mag groeien. Vertrouwen het sleutelwoord is om los te laten, om een ander, de Ander, ook toe te laten in mijn leven en het heft uit handen te geven. Loslaten kan alleen als er vertrouwen is, een ander toe laten in je leven kan alleen in vertrouwen, een ander laten gaan ook dat gebeurt in vertrouwen dat het goed is.

Nu heb ik het grappige fenomeen in mijzelf opgemerkt dat ik niet gestopt was met zorgen voor mijn moeder. Ergens was er nog steeds dat lijntje dat ik zelfs nu maanden na haar overlijden nog steeds voor haar denk te moeten zorgen. Het systeem van zorgen voor is zo een vanzelfsprekend deel van mij geworden dat ik als het ware nog steeds aan het voelen was wat ik nu nog voor haar zou kunnen doen. Vertrouwen dat er nu beter en zelfs met meer liefde, energie en toewijding voor haar gezorgd wordt dan dat ik zelf ooit heb kunnen opbrengen. Als mens hebben we nu eenmaal onze grenzen.  Fysiek, mentaal, de grenzen zijn er. Ergens houdt het voor ons op wat we kunnen opbrengen, inbrengen, kunnen dragen of verdragen. Met en door vertrouwen kunnen we dan loslaten en toe laten dat een kracht groter dan wijzelf het van ons overneemt. 

Tijd voor het morgengebed. Om vol vertrouwen het morgenrood wakker te zingen. Waardoor ik voel hoe goed het is om los te laten en vol vertrouwen door te gaan. Het morgengebed zit nu ook weer in mijn lijf. Na deze dagen kan ik het weer zingen, reciteren en in buigen met gewaar zijn van heel mijn lichaam. Hoe ik zit, hoe ik adem. Hoe bij de vooroverbuiging ik allereerst de hele doorstroming voel van mijn wervelkolom tijdens het zingen van ” Eer zij de heerlijkheid Gods”. Om dan bij het tweede gedeelte te voelen hoe de Vader mijn basis is, de Zoon mijn kracht om te handelen (middenrif gebied) en tot slot de Heilige Geest mijn hart opent en mijn denken inspireert.

Langzaam valt alles samen en voel ik dankbaarheid voor het grote geheel, hoe alles met alles verbonden is. Hoe er zelfs dankbaarheid is voor Michiel zijn nierstenen en wat ze wel en niet mogelijk maken deze zomer. Zoals het bordje in de Vlindertuin aangeeft.

Het punt is dat de neiging om de rups fase over te slaan groot is. De rups helpen om te ontpoppen is natuurlijk al helemaal funest. Tijd, geduld, ondertussen bloemen zaaien zodat de vlinders-to-be straks heerlijk te eten hebben. De prikkeligge brandnetel laten staan als het dagelijks manna voor de rupsen. Het hoort erbij voor de rupsen en de vlinders, voor ons al mensen net zo goed. Hoe vaak heb ik de metafoor niet al voorbij zien komen, maar hoe goed kan ik ook een fase afwijzen als zijnde niet leuk en alleen willen kunnen vliegen, fladderen en vlinderen. Weerstand om als rups door het leven te gaan en helemaal tegen de popfase, om dan ook nog eens geduld op te brengen voor het ontpoppen, als de lucht als het ware al roept om te komen vliegen, de geur van de bloemen al lonkt.

Deel mijn verhaal:

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.